Stralend komt ze binnen: Lizy, een meisje van 7. Ze is samen met haar moeder. ‘Kijk eens’, zegt ze. Ze laat me haar nieuwe knuffel zien. Dezelfde die ik ook gebruik als kinderen bij me komen zonder hun eigen knuffel.
Heel af en toe komt dit meisje bij me. Als ze weer last heeft van hoofdpijn en buikpijn. Deze keer heeft ze dagelijks last van hoofdpijn, haar buik gaat redelijk.
Ze gaat op de tafel liggen, duim in de mond, de knuffel vast. Haar tenen beginnen te wiebelen, haar benen maken de bewegingen die haar lijfje nodig heeft, haar darmen komen vrij, haar hoofd maakt nog schuddende bewegingen. Ik begeleid haar in haar bewegingen net zolang als nodig is. En als het klaar is, is het klaar en kletst ze weer honderduit.
Van haar moeder hoor ik later terug dat ze totaal geen idee heeft wat haar lijfje gedaan heeft op tafel. En het meest bijzondere: ze heeft niet meer geklaagd over buikpijn of hoofdpijn!’