Begin vorig schooljaar meldt een vader zich bij mij voor zijn zoon. In de zomervakantie heeft de zoon een soort aanval gehad, waardoor hij zich verward voelde en het net was alsof hij in een droomwereld liep. De geestelijke gezondheidszorg denkt aan een psychose en hij krijgt daarvoor ook medicatie. Als zijn vader mij belt zit hij in de derde aanval sinds de zomer. Zijn ouders geloven niet dat het om psychoses gaat, eerder dat overbelasting door dagelijkse prikkels, te samen met zijn hoge gevoeligheid, er voor zorgen dat hij deze aanvallen krijgt.
Wanneer vader en zoon bij me komen zie ik een jongen die heel erg in zichzelf is. Zijn ogen staan dof en er is weinig contact. Op de behandeltafel maak ik contact met zijn lichaam en laat ik hem onder andere in zijn basis zakken. Na de behandeling staat er een hele andere jongen van de tafel op. Zijn blik is helderder en opener en hij voelt zich ook meer in zijn lijf. Ook is hij weer veel beter aanspreekbaar.
Een kleine week later zie ik vader en zoon weer. Een compleet andere jongen staat er voor mijn neus. Ik geef hem nog een keer een structuur behandeling. Hij merkt hoeveel rust het in zijn lichaam en hoofd geeft en zijn stem is inmiddels uitermate helder. De anti-psychotica is ondertussen verder afgebouwd aangezien ook de GGZ ziet dat er iets anders aan de hand is dan een psychose.
Na de behandeling hebben we het nog over de 'presteren-cultuur’ die hij voelt, over wat woorden doen, de druk van het eindexamen jaar en ik spreek mijn vertrouwen in hem uit. Plus dat hij zelf de controle heeft over zijn eigen lijf/leven én zijn gedachten.
Na enkele gesprekken op school en een aangepast programma voor de eerste tijd, maakt hij daarna moeiteloos zijn eindexamen jaar af en slaagt met vlag en wimpel.